Over nr. 125: Kafka

Op 3 juli 2008 was het 125 jaar geleden dat Franz Kafka werd geboren. Voor Deus ex Machina een uitgelezen gelegenheid om eens stil te staan bij de literaire nalatenschap van deze cultauteur en bij de invloed die hij vandaag op de literatuur uitoefent.

Een internationaal gezelschap van auteurs, kenners en wetenschappers dompelen u onder in Kafka’s denkwereld. De Britse succesauteur Zadie Smith analyseert haarscherp de kracht en aantrekkingskracht van Kafka’s werk. Yves Petry en Thomas Gunzig brengen een literaire hulde, en via DeM-redacteur Michiel Kroese leren we ook Vladimir Nabokovs waardering voor Franz Kafka kennen. Professor Vivian Liska en Urbanmag-redacteur Gunther De Wit buigen zich beide over Kafka’s ambigue houding ten opzichte van de vrouw. Op het leven van de laatste vrouw in Kafka’s leven baseerde Kathi Diamant een gefictionaliseerde biografie, waaruit we een fragment publiceren.

Maar we wilden meer dan alleen stilstaan bij het leven en werk van Franz Kafka. We wilden een actuele, maatschappelijke dimensie aan dit nummer geven. Want de verbanden tussen het wereldbeeld dat Kafka in zijn romans en novellen schetst en de reële wereld van vandaag worden steeds duidelijker en talrijker. Politieke spanningen en mondiale bedreigingen, maatschappelijke paranoia, oprukkende beveiligingscamera’s, internationale DNA-banken en onuitwisbare virtuele vingerafdrukken – allemaal fenomenen waardoor het individu steeds meer het gevoel krijgt de controle op de hem omringende wereld en, erger nog, op zijn eigen bestaan te verliezen. Of zoals John Calder, jurylid van de prestigieuze Praagse Franz Kafka Award, in zijn bijdrage tot dit nummer het verwoordt: Kafka’s imaginaire wereld is ‘een pijnlijk nauwkeurige metafoor [geworden] voor de mogelijke toekomst waarmee we tegenwoordig worden geconfronteerd.’

Juist daarom leek het ons interessant om bij auteurs en artiesten te peilen naar kafkaëske factoren in hun eigen bestaan of om hen te vragen zich in te leven in een hedendaagse versie van Josef of Josefina K. Die vraag leverde een aantal verrassende resultaten op. Thomas Möhlmann sluit, in de reeks gedichten die hij voor dit themanummer schreef, de lezer op in een raadselachtig existentieel labyrint. De jonge Nederlandse schrijfster Claire Polders stelt de eigen identiteit in vraag. Frans Kusters roept de machteloosheid op van een huiselijk, psychisch drama. Het Antwerpse theatercollectief Salomee Speelt liet zich door Lewis Carrol en Murakami maar vooral door Kafka inspireren voor de voorstelling ‘Alice in A’. Van de laatste beweging uit de theatertekst van die voorstelling vindt u in dit nummer een bewerking.

Het kafkagedeelte wordt mooi aangevuld door twee vaste rubrieken. In ‘In de luwte’ bespreekt Reinout Verbeke zijn fascinatie voor de dichter Leopold M. Van den Brande en in ‘Het gevaar van debuteren’ gaat Willem van Zadelhoff op zoek naar de betekenis van zijn eerste pennevruchten. We sluiten dit nummer af met een actuele beschouwing van Harold Polis over de invloed van het internet op het papieren boek.

Dat het nummer ook visueel in een mysterieuze, film noir-achtige sfeer baadt, is voornamelijk te danken aan de Franse fotograaf Jérôme Sevrette. Hij stelde zijn unheimliche reeks ‘L’Asile des Mouches’ ter beschikking. Ook is er de adaptatie van Kafka’s kortverhaal ‘De Brug’, door de New Yorkse graphic novelist Peter Kuper. En als kers op de taart presenteren we een unieke reeks portretten van de familie Kafka, inclusief een dromerig portret van een nog piepjonge Franz.

De redactie

MEER OVER HET KAFKANUMMER VIND JE HIER

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *