‘Tewaterlating’ van het nautische nummer: geen gedicht en geen dichter overboord

AFB_4879Een nummer dat helemaal gewijd is aan zogeheten nautische literatuur vraagt er om op passende wijze te water gelaten te worden. Dat deed de redactie dan ook op donderdag 28 april jl. Iets na achten ’s avonds voer het plezierschip de Festina Lente uit. Tijdens de ruim twee uur durende boottocht op de Schelde kon een vijftigtal passagiers genieten van een vijftal nautische poëzievoordrachten. De avond viel allerminst in het water; de klanken dreven ver mee over de rivier en gaven voor de gelegenheid zelfs de golven een dichterlijk ritme.

Rijke taal

Poëzie lezen of horen – het zijn twee verschillende ‘daden’, die elkaar echter perfect kunnen aanvullen. Zeker als je de gedichten in kwestie al meermaals gelezen hebt voor ze in druk zouden verschijnen is het een verhelderende ervaring ze vervolgens door de makers ervan zelf te horen voordragen. En al luisterend wordt ook duidelijk waarom met name dichters zo enthousiast hadden gereageerd op de oproep van de redactie. De scheepvaart heeft namelijk niet alleen de literatuur verrijkt met thema’s en romanvoorbeelden (van de Odyssee tot Moby Dick, via Robinson Crusoe) maar ook de taal met spreekwoorden en uitdrukkingen.
Het Nederlands kent er tientallen die een nautische oorsprong hebben. En dat taalmateriaal was gefundenes fressen (om moeten we zeggen gefischtes?) voor de dichters om er mee te jongleren. Het leidde ook tot zeer toegankelijke poëzie, want een aantal toehoorders die meer voor het varen dan voor de gedichten waren meegekomen toonden zich aangenaam verrast
daarover. Nautische poëzie – het is misschien een krachtig vehikel om nieuwe liefhebbers het genre in te varen.

Met passie en humor
Iedere dichter gebruikte de zee en het leven en reizen op het water op een eigen manier. Voor Delphine Lecompte was het een achtergrond voor een spel over echte en verzonnen levens, voor Michael Brijs een vijver van metaforen om in te vissen. Maar elke dichter bracht zijn teksten met passie en niet zelden ook met humor. Toegankelijk ging samen met geestig. Dat gold met name voor het optreden van Delphine Lecompte en dat van Stijn Vrancken. Het bisnummer was een voordracht van David Troch, die een gedicht van Christophe Vekeman voordroeg over een onwillige kapitein. Voor degenen die Vekeman kennen een geslaagde
Vekeman imitatie, al loopt die laatste nu het risico dat iedereen die wel deze voordracht heeft gehoord maar nooit een van de auteur zelf het omgekeerde zal vinden: Christhope Vekeman kan een geslaagde imitatie van David Troch neerzetten.

De lichtjes van de Schelde brandden al volop toen de Festina Lente terug aanlegde op het ponton bij het steen. We hadden nog overwogen het nummer officieel te dopen, bijvoorbeeld door een exemplaar van het blad te water te laten. Maar dat zou vervuiling van de Schelde zijn geweest en een verspilling van letters. De nautische gedichten horen te weerklinken over het water, en niet hun inkt te verliezen in de stroming. Het was een passende en geslaagde tocht, en er ging uiteindelijk geen gedicht en geen dichter overboord.

Max Moragie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *