Kris Lauwerys vertaalt Henry Bauchau

maalstroomZopas verscheen bij uitgeverij Meulenhoff/Manteau de roman Maalstroom van Henry Bauchau. Het gaat om een vertaling van zijn laatste roman Le boulevard périphérique. Het boek werd vertaald door ex-DEM redacteur Kris Lauwerys.

Bauchau (Mechelen, 1913) is een van de belangrijkste naoorlogse Franse schrijvers. Als dichter, dramaturg, romanschrijver en psychoanalyticus heeft hij een indrukwekkend oeuvre opgebouwd. Maalstroom is de eerste belangrijke titel die in het Nederlands wordt vertaald.

Om deze eerste vertaling te vieren, gaat in boekhandel Passa Porta op 20 oktober om 20 uur de avond ‘omtrent Henry Bauchau’ door. Het wordt een tweetalige avond over het oeuvre van Bauchau. De vertaler Kris Lauwerys, collega Rokus Hofstede, uitgever Harold Polis en Bauchau-specialiste Myriam Watthee-Delmotte zitten samen rond de tafel.

Ook u bent van harte uitgenodigd!

Inhoud:

Parijs, 1980. Een oude man bezoekt plichtsgetrouw zijn schoondochter die aan kanker lijdt. Zij ligt in een ziekenhuis aan de andere kant van de stad. Bij elk bezoek moet de oude man de ringweg rond Parijs nemen, de drukke Boulevard Périphérique. Gedurende die monotone rit herinnert hij zich zijn jeugdvriend, de onvervaarde Stéphane. Tijdens de oorlog leert die hem bergbeklimmen in de Ardennen. Stéphane gaat in het verzet, wordt gevangengenomen door de Duitsers en sterft in duistere omstandigheden.

De oude man wordt geplaagd door zijn herinneringen aan Stéphane. Die beelden van vroeger worden scherper naarmate de kleine nederlagen van het dagelijkse leven hun tol eisen en de woeste hulpeloosheid van zijn stervende schoondochter ondraaglijk wordt. Uit de onpeilbare diepten van de tijd doemt kolonel Shadow op, de nazi die de dood van Stéphane op zijn geweten heeft. De oude man heeft de kolonel ontmoet na de oorlog, toen die opgesloten was in de gevangenis van Sint-Gillis. Shadow is een man die de banaliteit van het kwade stijlvol vertolkt. Vele jaren later, aan het sterfbed van zijn schoondochter, beseft de oude man hoe nauw zijn verleden is verweven met zijn heden.

Meer info hier.

Een Andere Taal krijgt mooie recensie van Knack

Vandaag verscheen in Knack een mooie recensie over Een andere Taal op de nieuwe site Boekenburen.

Schrijven in Franstalig België

26/08/2009 07:00

Themanummer van literair tijdschrift Deus Ex Machina over schrijvers in Franstalig België.

deus300Deus Ex Machina heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een pertinent literair tijdschrift, en doet zijn reputatie alle eer aan met het themanummer Een andere taal. Schrijven in Franstalig België. Samenstellers Hilde Keteleer en Kris Lauwerys slagen erin om een mooi evenwicht te vinden tussen beschouwende en literaire teksten.

Literatuurprofessor Kris Peeters schetst een degelijke status quaestionis over de status van de Belgisch-Franse literatuur ten opzichte van de letteren van het moederland. De netjes over het nummer verspreide vragenlijsten met antwoorden van uiteenlopende auteurs Caroline Lamarche, Thomas Gunzig en Jean-Philippe Toussaint en schrijver-uitgever Francis Dannemark vormen zinvolle, subjectieve kanttekeningen bij Peeters’ essay.

Volgens Francis Dannemark maken Belgische auteurs “minder uitgebreid gebruik van de mogelijkheden van de klassieke retorica” en hanteren ze “een beduidend armer lexicon dan dat van hun Franse collega’s”.

Hij voegt er wel aan toe dat dat Belgen dan weer wel vaak “een heel persoonlijke stijl hebben, die veel minder door het gewicht van de Franse literaire traditie is getekend.” Thomas Gunzig stelt met een intelligente knipoog dat “er niet zoiets bestaat als een eigenheid van de Belgisch-Franstalige literatuur tenzij men er naar op zoek gaat.”

Ook het departement fictie is de moeite. Rokus Hofstede vertaalt een onbekende tekst van Henri Michaux en becommentarieert diens complexe verhouding met Antwerpen. Absoluut hoogtepunt op literair vlak is het door Hilde Keteleer vertaalde kortverhaal Imbrogliopolis. De taal van de Yapoes van Bernard Quiriny, een Waal die in Bourgondië leeft en werkt, en zijn boeken uitgeeft bij een Franse uitgever.

Psychopathische hond

“In plaats van hun spruiten Piet, Paul of Margriet te noemen, geven (de Yapoes) hen de naam ‘Ik’, ‘Je’, ‘Hij’, ‘Zij’, ‘Ze’, ‘Jou’, ‘Jij’ of ‘Hem’. Het merkwaardige van die naamgeving valt niet meteen op. Om u een idee te geven: beeld u in hoe uw leven er zou uitzien als u ‘Je’ zou heten: u zou op straat elke keer omdraaien als iemand zich tot iemand anders zou richten in de tweede persoon enkelvoud, als een psychopathische hond.”

Quiriny’s ontleding van de geheimzinnige taal van de Yapoes is een welhaast Borgesiaanse parabel die glanst van intelligentie en humor. Hopelijk komt een Vlaamse uitgever op het idee om uit te zoeken of de rest van zijn oeuvre even verrassend en boeiend is.

Als literair doorgeefluik enerzijds en essayistisch reflectieorgaan anderzijds vertolkt Deus Ex Machina met Een andere taal knap zijn rol als literair tijdschrift. Het is tevens een mooi afscheid voor redactielid Kris Lauwerys die na jaren sturend werk zijn engagement stopzet om zich meer te kunnen concentreren op zijn werk als literair vertaler.

Deus Ex Machina, Een andere taal.
Schrijven in Franstalig België, juni 2009, nr. 128
Prijs: 8 EUR

Bart Van Loo

Hilde Keteleer maakt romandebuut

Hilde Keteleer, die tien jaar lang redactrice was van Deus ex Machina, en nog steeds heel veel vertaalwerk uit het Duits en het Frans voor de redactie verwezenlijkt, stelt vrijdag haar eerste roman Puinvrouw in Berlijn voor. De voorstelling vindt nu vrijdag plaats in het Letterenhuis te Antwerpen. Erbij zijn is de boodschap.

keteleer

Over de roman:

Een Vlaamse journaliste werkt in Berlijn. Ze wordt hals over kop verliefd op de even zinnelijke als enigmatische Gregor voor wie ze werk en vrienden laat staan. In een roezig spel van aantrekken en afstoten laat Gregor haar Berlijn zien. Samen met de pogingen om een gemeenschappelijke taal te vinden, komt ook het verleden van beiden naar boven. Stad en taal worden hoofdpersonages. Berlijn wordt het raamwerk voor de geschiedenis die net als de taal in flarden komt.

Over Hilde:

Gedichten van Hilde werden o.a. gepubliceerd in De Brakke Hond, De Gids, Revolver, Poëziekrant en Krautgarten. In 2001 verscheen bij De Wereldbibliotheek Al wat winter is en waar, haar poëziedebuut, en in 2003 bij Le Fram de tweetalige dubbele bundel Twee vrouwen van twee kanten / Entre-deux, met de Franstalig Belgische Caroline Lamarche. Haar jongste bundel, Deuren, verscheen in mei 2004 bij de Wereldbibliotheek.

Voorwoord een andere taal

c05Om u warm te maken voor het jongste Deus Ex Machinanummer ‘Een andere taal’ vindt u hieronder het voorwoord uit het tijdschrift.

Bernard Quiriny, een Waal die al 25 jaar in Frankrijk woont, was met Contes carnivores in 2008 de laureaat van de Prix Rossel, de grootste literaire prijs in Franstalig België. Quiriny plaatst zich onder andere in de Belgische surrealistische en post-surrealistische traditie. In zijn pantheon staat Sortilèges (onlangs voor het eerst in het Nederlands vertaald in de bundel Reis door mijn Vlaanderen) van Michel de Ghelderode.  

Alain Berenboom, een uit Poolse ouders geboren Brusselse professor auteursrecht, directeur van de Koninklijke Cinematheek, chroniqueur van Le Soir en schrijver van romans waar de grap steeds om de hoek loert zegt in een heerlijk ironisch artikel: ‘Naar het schijnt ben ik een schrijver uit de Franse gemeenschap van België.’ 

Jean-Philippe Toussaint, wereldberoemd met boeken als De badkamer of De liefde bedrijven woont en publiceert in Frankrijk en vindt zijn Belgische afkomst ‘toevallig’. 

Drie willekeurige namen uit dit nummer, drie volkomen verschillende verhalen. 

Als steeds op zoek naar ‘een andere taal’ ging Deus ex machina een kijkje nemen bezuiden de taalgrens. Een andere taal? Andere talen, vanzelfsprekend. Zoveel schrijvers, zoveel talen. We vroegen ons af hoe de letteren ervoor staan in het andere deel van het Belgische trouwboekje. De redactie hield een enquête bij een keur van een aantal bekende Belgisch Franstalige schrijvers en vroeg naar hun literaire wortels, naar hoe ze hier te lande gepercipieerd worden en naar hun plaats binnen het Franse uitgeefbestel.

En we verzochten twee literatuurwetenschappers om het Franstalige literaire veld te belichten. ‘De etnoloog die zich buigt over het geval van de francofone Belg en zijn relatie met Parijs, kan vervolgens alleen maar in het slop raken,’ wordt in ‘Belgische letteren en een Parijse bril’ gesteld. Hetzelfde geldt bij uitbreiding voor de Belgisch-Franstalige schrijver.  

We wentelden ons met graagte in dat slop, kregen vele waarheden te horen, lazen met verrukking enkele recente kortverhalen en gedichten. We hebben niet geprobeerd de Belgisch-Franstalige literatuur onder een noemer te bregen, u krijgt onze keuze en vrac voorgeschoteld: verhalen, essays, gedichten, stellingnames en twee impressies over Vlaanderen.  

Het beeldmateriaal werd ons bereidwillig ter beschikking gesteld door Camille de Taeye, de Brusselse schilder die heen en weer pendelt tussen Magritte, Khnopff, Ensor, Blake, Redon. 

U ziet het: terwijl Vlaanderen zich steeds meer op zichzelf lijkt terug te plooien, gooit Deus ex Machina de ramen open en laat het wind uit het Zuiden binnenwaaien. Verfrissend, bevreemdend of herkenbaar, de Belgisch-Franstalige literatuur is veelvormiger en rijker dan u denkt.  

De redactie 

DEM-redactrices tonen poëzie op ART.5

art5Na een geslaagde tentoonstelling in Harelbeke zijn DEM-redactrices Lies Van Gasse en Sylvie Marie samen met David Troch en Wouter Steyaert nu te gast in Beveren voor de tentoonstelling A.R.T.. Die is aan zijn vijfde editie toe.

JC Togenblik organiseert opnieuw (in samenwerking met enkele artistiek gemotiveerde vrijwilligers) een groepstentoonstelling tijdens de Beverse Feesten. De klemtoon ligt op jonge, Wase kunstenaars. Eveneens wordt een zo divers mogelijke mix van disciplines nagestreefd zoals beeldhouwen, fotografie, schilderkunst, installaties,… Enkele deelnemende kunstenaars zijn Joris Van Vossel, Jan Van Vossel, Maarten De Laere, Mire, Von Picässenstein en nog vele anderen. Lies, Sylvie, David en Wouter brengen gedichten die in het thema van water kaderen. Met video, geluid en animatie zetten ze hun woorden kracht bij.

 

 

Meer info via arttogenblik@gmail.com.

Openingsuren: woensdag, zaterdag en zondag van 14.00 tot 22.00 u. Donderdag en vrijdag van 19.00 tot 22.00 u.

Inkom: Gratis

ART5-Eflyer

Deus Ex Machina nr. 128 is uit!

c05Voor al diegenen die dag na dag naar de brievenbus zijn gewandeld met maar één doel, voor al diegenen die hebben staan popelen tot ze de slappe lach van het woord ‘popelen’ kregen, eindelijk, relief! De nieuwe Deus, nummer 128 al, is er!

In een context waar het Belgische huwelijk steeds meer op de klippen lijkt te lopen, gaat de nieuwe Deus ex Machina lezen in de Franse helft van het trouwboek en brengt:
* een staalkaart van nieuwste Belgisch-Franstalige literatuur
* een enquete onder auteurs over hun positie tegenover de Vlaamse en de Parijs-Franse literatuur
* een paar lichtjes waanzinnige verhalen
* twee inzichtelijke essays vertellen dat er leven in de brouwerij is ten zuiden van de taalgrens.

Uiteraard is er ook nog onze vaste rubriek ‘het gevaar van debuteren’ waarin we Anne Provoost ditmaal aan het woord laten, en onze losse bijdragen. U leest gedichten van Arnoud Rigter, verhalen van David Veldman en Omar Munoz en een selectie van belangrijke Mexicaanse dichteressen! Ten slotte neemt Yvan De Maesschalk in de rubriek ‘Kijk’ de gelegenhei om de poëzie van Marc Tritsmans door te lichten.