Nummer 132 is uit: Jeugdliteratuur doorgelicht!

jeugd

Wie dacht dat nu de jeugdboekenweek ten einde is, er weer een jaartje mag gezwegen worden over de jeugdliteratuur, heeft het mis. Deus ex Machina neemt voor de gelegenheid een duik in de wereld van de kinder- en jeugdliteratuur. Dit is de inleiding van het nieuwe nummer! 

Het Vlaamse kinderboek is de laatste vier decennia immers enorm veranderd. Het boek rukte zich los uit zijn voornamelijk didactische en zalvende cocon om uit te vliegen richting Literaire velden. Met richtingwijzers, vangnetten en beoefenaars op zijn odyssee. 

Welke maatstaven worden tegenwoordig gehanteerd voor het kinderboek? Karin Kustermans peuterde in de neus van twee bevlogen uitgevers van kinderboeken naar antwoorden. Hoe vissen zij debutanten op in de kleine visvijver? Wat is de wisselwerking tussen de hoge literaire standaard, het kloppend hart van de uitgeverij, én de commerce, de bloedtoevoer?  

Naast de uitgever kan ook de literair criticus een belangrijke richtingaanwijzende rol spelen. Volgens Jen de Groeve van ‘De Leeswelp’, het enige Vlaamse blad over kinderliteratuur, heeft de kinderboekencriticus een metier apart. (Hoe) moet deze de brug slaan tot de jonge lezer? Waaraan moet een degelijke recensie en recensent van kinderliteratuur voldoen?   

En wie vangt het prentenboek en de kinder- en jeugdliteratuur dan in zijn netten? Er komt steeds meer academische interesse voor bovenstaande boeken en steeds meer fladderen ze over de literaire drempel. Hierdoor kijkt de volwassen lezer hoopvol mee omhoog. Sylvie Geerts toont aan de hand van drie bewerkingen van het klassieke verhaal van Odysseus o.a. aan dat boeken voor kinderen en jongeren op alle niveaus steeds complexere vormen aannemen. Er is sprake van grensvervaging tussen literatuur voor jongeren en volwassenen. Iedereen vangt dus wat hij wil. Je mag nu evengoed op de trein gezien worden met het betere prentenboek en een concept als ‘bejaardenliteratuur’ is ook nog niet uitgevonden. Kan iedereen dan ook smaken wat hij vangt? Coosje van der Pol exploreert hoe onze onschuldige kinderen omgaan met een complexe stijlfiguur als ironie, die ze toch vaak tegenkomen in prentenboeken en in tekenfilms. Ook de huidige illustratieve stijl van vele illustratoren hebben niet bepaald een hoog Disney-gehalte. Een kwestie van opvoeding? Moeten kinderen leren spruitjes eten? In ieder geval meent Vanessa Joosen dat wanneer kinderboeken het nieuws halen of prijzen winnen, dat niet zelden net te danken is aan het werk van onze creatieve illustratoren. Zij toont de verschillende manieren waarop tekst en beeld op elkaar kunnen inspelen, zoals in de muziek. Ze illustreert haar stellingen met recent materiaal. Laat u bovendien ook gewillig meevoeren op de klanken van de illustraties.  

En wie schrijft nu eigenlijk voor kinderen? Iemand die even tijd over had? Of iemand die in stilte het vak leerde en zich voorzichtig op dun ijs waagt? Of iemand die na het schrijfproces beseft: ‘Dit is voor kinderen…’. We besteden uitgebreid aandacht aan enkele kinderpoëzie-beoefenaars, omdat het spel met de taal nét voor kinderen zo belangrijk is. Taalplezier, dat kenmerkt het werk van Edward Van de Vendel volgens Reine De Pelseneer.  

‘Maanvogel’ vliegt bij Deus ex Machina voor het eerst uit. Het gedicht is een voorpublicatie uit het binnenkort te verschijnen ‘Maanvogel’ van dichteres Lies Van Gasse en illustrator Tim Polfliet. Deze woorden- en prentenvlucht echoot in het collectief geheugen en laat op zijn beurt zijn sporen na. Jan Van Coillie richt zijn kennersblik op de kinderpoëzie vanaf de jaren zeventig tot nu en analyseert Ted Van Lieshout doorheen deze reis als een eigengereide reiziger.  

Als intermezzo krijgen we een gretige haan in een sprookje van Ion Creangă, illustraties van Ann Kestens en Tom Schoonooghe en enkele koningen die het noorden kwijt zijn tussen Ergens en Waar-dan-ook in het sprookjesland van Christian Oster.  

In onze rubriek ‘Het gevaar van debuteren’ wordt het werk van Klaas Verplancke overzichtelijk ten tonele gevoerd door Pieter Van Oudheusden naar aanleiding van het vorig jaar verschenen overzichtsboek ‘The First Klaas Book: facing realities’. In de rubriek ‘Kijk’ is vertaalster Katelijne de Vuyst ongegeneerd enthousiast over Georges Eekhoud. Proza komt aanwaaien van Willem van Zadelhoff en Basje Boer, poëzie van Y.M. Dangre en Jan-Paul Rosenberg.  

Veel leesplezier! 

De redactie

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *