‘Literaire tijdschriften zijn overbodig!’

naamloos2

DEM nr. 130,Inleiding:

Het debat over het nut en de toekomst van literaire tijdschriften is er, is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Met de regelmaat van de klok – soms zelfs nog frequenter dan de regelmaat waarmee de literaire tijdschriften zelf verschijnen- weerklinken in kranten, tijdschriften en op weblogs kritische stemmen over waar het met een literair tijdschrift naartoe moet. De uitspraken gaan van ‘Het literair tijdschrift is momenteel een kasplantje’ uit monde van wetenschapper Lisa Kuitert naar een regelrecht ‘Oprollen, die bende!’ zoals Karel Berkhout in het NRC Handelsblad deed. Heel recentelijk nog zette een Groningse student Bart Temme het literaire wereldje op stelten door in zijn eindwerk uitspraken te doen in de zin van ‘de literaire tijdschriften hebben hun functie verloren’.

 Omdat de discussie zo prangend is,  speelt Deus Ex Machina advocaat van de duivel en zet het debat centraal in dit nummer. Je zou de editie van dit tijdschrift een ‘anti-editie’ kunnen noemen, of nog erger een ‘overbodigheidsnummer’. Misschien delven we met dit nummer wel ons eigen graf? We laten immers veel stemmen aan het woord die tegen onze winkel spreken. Toch, veel slechter kunnen we er niet van worden. Als we moeten sterven, sterven we bij deze tenminste waardag. En zo noodlottig zijn we niet eens, integendeel, bijleren is de boodschap. Niet alleen voor Deus ex Machina, maar voor alle redacteurs die hun vrije tijd in het maken van literaire tijdschriften stoppen, voor alle lezers die willen weten waar het nu eindelijk om te doen is, en voor alle beleidsmakers die zich afvragen wat de criteria voor literaire tijdschriften moeten of kunnen zijn om over te gaan tot het uitdelen van subsidies.

 De focus in dit nummer bestaat uit drie delen. Vooreerst laten we enkele ‘experts uit het literaire veld’ aan het woord om hun mening te uiten over de problematiek. De Standaard-redacteur Jeroen Overstijns zet daarbij meteen de toon voor wat volgen gaat en voorziet de discussie, zoals hij het zelf zegt, van wat contravloeistof. In een tweede stadium gaan we bij onszelf te rade en wroeten we onder meer in het verleden van Deus ex Machina zelf om te weten waar we mee bezig zijn. In een derde en laatste fase vragen we de lezer naar zijn mening. En ja, uiteraard zijn de resultaten eye-openers.

 O ja, indien het u allemaal niet interesseert, of indien u gewoon liever gespaard wilt blijven van al te harde conclusies, bladert u dan maar gerust door naar de vrije bijdragen of de rubrieken van dit nummer. We hebben immers geleerd dat u deze zaken evenzeer smaakt als het thema waaraan een literair tijdschrift is gewijd. Misschien ontdekt u wel nieuw talent en kunt u besluiten: ‘Kweekvijver? Natuurlijk is het literair tijdschrift een kweekvijver. Kijk hier maar eens naar!’

 We kruisen onze vingers,

De redactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *