Schrijver: beroep of toch een roeping?

lize_spit_0‘Schrijver is niet wat je als kind wil worden, maar ik schreef wel graag.’, zegt de jonge Brusselse schrijfster Lize Spit in het veelzeggende radioprogramma ‘Het eenzaamste beroep ter wereld.’ Amper aan het prille begin van een schrijversbestaan stelt ze het ‘beroep’ al in vraag: ‘Ik ben schrijver klinkt toch wel ijdel, iets waarvoor ik mij evengoed zou kunnen schamen.’ zegt ze, ‘Ik vind dat het iets van luxe heeft.’ Deze spontane uitlating van een jong literair talent zegt veel over het imago dat een auteur blijkbaar nog altijd oproept: een buitenbeentje, een maatschappelijke parasiet, een luxe-luis in de pels van een ‘hardwerkende samenleving’.

En misschien heeft ze wel een punt. Een schrijver mag wel uitkijken als hij, comfortabel gezeten in zijn luxueuze bureaustoel, de goegemeente meent te moeten terecht wijzen. De jonge, uit de startblokken geschoten schrijver Maarten Inghels mocht het aan den lijve ondervinden:

Ik zat nog geen tien minuten op het zonnige terras van de kekke empanadabar, of ik kreeg een volle emmer ijskoud water van de uitbater over me heen. Met een natte sigaret in mijn mond en een verzopen kuif, voelde ik mijn pak tegen mijn huid krimpen.

De jonge, ambitieuze schrijver had het zich immers veroorloofd om de beginnende horecazaak met de kritische literaire bril aan een grondig onderzoek te onderwerpen.

“Nu piept de grote schrijver met zijn cynische stukken wel even anders”, riep de uitbater met de lege emmer in zijn hand. Cynisch was mijn stukje niet. Alles wat ik schrijf is een gespeelde vorm van waarheid.

“Ik had het warmer en lolliger gevonden als je in het groot op de ruit had geafficheerd dat ik niet meer welkom was”, antwoordde ik.

Enfin, het liep nog wel goed af tussen onze Vlaamse schrijver en de Argentijnse snackbaruitbater.  Maar of schrijven zo’n luxe-job is als jonge beginnende schrijvers wel eens dromen….

Ik vernam dat de nieuwe eetzaak op de andere hoek van de straat mij graag wil uitnodigen om eens te komen eten, en of er dan enkele positieve zinnen op papier kunnen. Ik ben geen restaurantrecencent, maar een bord warm eten sla ik niet af.

Want wat heeft de literatuur me al opgeleverd? Wat zakgeld en een emmer koud water in mijn nek.

Leuk, dat ‘recencent’… 
De column van Maarten Inghels. De website van Lize Spit.

maarten inghels

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *