Kirill Medvedev – gedicht

\\\

ik sta te bladeren in een boekje
van een jonge petersburgse dichter,
met een lachwekkende irritatie,
sympathie,
en vederlichte ironie,
observeer ik
wat deze stad heeft voortgebracht,
alsof ze aan de bron van de poëzie zelf zit,
aan het ijs van de wereld,
alsof ze erop is aangesloten met een speciale
zij het sterk verontreinigde
afvoerpijp.
… ik wist niet dat ik nog zo kon
genieten
van het harmonieuze wereldijs,
van de enige juiste woordcombinaties,
ik sta te bladeren door die lieve conservatieve verzen,
die erom vragen doorgebladerd te worden
op de bank met een kopje thee met melk,
door een lezer in kamerjas (?!)
die zichzelf voorstelt
in de stad van de honger
in de stad van de kou,
kijkend naar de boekenkast
waarin zijn geliefde dichters staan,
terwijl hij zich afvraagt aan wie hij zich moet verwarmen
met wie hij nu weer de kachel aan moet steken,
en wie hij moet inruilen voor vieze haring en wat brood,

om daarna terecht te komen in een hongerige
stad en in een oud huis,
en jezelf voor te stellen
op de bank met een kopje thee met melk,
in kamerjas,
bladerend door zo’n boekje,
terwijl je geniet
van de hopeloze harmonie van het ijs
van tedere melodische pennenstreken
van de enige juiste woordcombinaties.

in dit boek staat alles op de juiste plaats,
en uiteraard kan de auteur ervan
alleen maar denis sjermetev heten

dus alles staat op de juiste plaats, maar…
wat ‘maar’?

nee, nee, alles, echt alles, staat op de juiste plaats.

kan het misschien zijn
dat er toch iets ontbreekt?
nee, er ontbreekt niets.

misschien is het probleem dan
dat ik dit boekje doorblader
in een onlangs uitgebrande winkel,
waar het nog ruikt naar gedroogde vis
en waar je overal, op de tafels en in de rekken, bergen
door vuur aangetaste boeken ziet?

nee, dat kan het probleem niet zijn.

kunst staat, zoals bekend, boven
al dat soort omstandigheden.

dat geloof ik eigenlijk niet eens,
maar vandaag ga ik,
om dit gedicht te doen slagen,
akkoord.

dit boek is licht aangevreten door het vuur,
maar kijk, je ziet dat het nog leeft,

er ontbreekt dus helemaal niets,
maar het gebrek aan gebrek is misschien
toch niet helemaal je dat?
jawel, het is helemaal je dat.

maar misschien is iets wat helemaal je dat is,
niets voor mij?
nee, dat klopt.

(-stop dan met zeiken-)

Kirill Medvedev, Alles is slecht (2005)
Uitgegeven bij Leesmagazijn.
Bespeking door Frank Keizer en Pieter Boulogne.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *