Ayn Rand of het einde van de politiek

1838539

Op dit ogenblik is er nogal veel te doen over ‘The Foutainhead‘ van Ayn Rand. Het toneelstuk, in een regie van Ivo Van Hove met o.a. Ramsey Nasr en Halina Reijn, weet blijkbaar een gevoelige snaar te raken bij het grote publiek. Paul de Leeuw riep het stuk uit tot een van de mooiste voorstellingen in zijn leven en waarschuwt voor ingrijpende gevolgen voor wie het stuk gaat zien.

Eerder dit jaar bracht Deus Ex Machina een essay over Ayn Rand door Peter Venmans. Het verscheen in het Politiek nummer. Hierna een fragment uit het   essay van Venmans.

 

Ayn Rand of het einde van de politiek

[…]

Rand zou als ideologisch denkster allang vergeten zijn als ze geen romans had geschreven die haar mens- en wereldbeeld illustreren en uitdragen: de vroege, korte romans We the Living (1936) en Anthem (1938), maar vooral haar grote romans The Fountainhead (1943) en Atlas Shrugged (1957), die vooral in de Verenigde Staten maar later ook daarbuiten miljoenen lezers vonden en als steadysellers de tijd van hun ontstaan overleefd hebben. Als ze in Rusland gebleven was in plaats van naar Amerika te emigreren, was Rand daar ongetwijfeld ook een beroemd en veelgelezen schrijfster geworden, en had ze misschien ook de Stalinprijs gewonnen. Al klinkt dit laatste voor Rand-volgelingen, die alleen in het kapitalisme geloven, als een vloek in de kerk.

Ayn Rand werd onder de naam Alissa Rosenbaum geboren in 1905, in Sint-Petersburg. Ze was twaalf toen de bolsjewistische Revolutie zegevierde en eenentwintig toen ze haar land verliet om er nooit meer terug te keren. De Verenigde Staten waren voor haar het beloofde land, wat veel te maken had met de bijzondere aantrekkingskracht van Hollywood; in de begintijd van de Russische Revolutie waren Amerikaanse films nog niet verboden en acteurs als Mary Pickford en Douglas Fairbanks waren er erg populair. Alissa Rosenbaum vestigde zich aan de westkust, in de buurt van Hollywood. Ze koos een minder oud-Europees klinkend pseudoniem en begon onder de naam Ayn Rand te werken in de schaduw van de Californische droomfabriek. Ze las en schreef filmscenario’s, legde zich toe op haar romans, die later ook verfilmd werden, en hield zich de laatste vijfentwintig jaar van haar leven bezig met het promoten van haar werk en het verkondigen van haar boodschap. Een nieuwe roman verscheen niet meer; blijkbaar vond ze dat ze alles gezegd had wat er te zeggen viel.

De boodschap die ze uitdroeg is een eigen versie van de Amerikaanse Droom. Zelf was ze een bijna perfecte belichaming van die Droom: berooid beginnen en door keihard werken als multimiljonair eindigen. Zowel The Fountainhead als Atlas Shrugged propageren het romantische, prometheïsche beeld van de succesvolle ‘selfmade man’ (of ‘woman’, zoals Dagny Taggart in Atlas Shrugged): soevereine individuen die er helemaal op eigen kracht gekomen zijn, zonder aan iemand anders iets te danken te hebben. Volgens Rand zijn het deze ‘atlassen’ – naar het mythologische personage – die de wereld rechthouden: als ze in staking zouden gaan (oorspronkelijk wilde Rand haar roman The Strike noemen), zou er alleen nog maar chaos zijn en zou alle waarde uit de wereld verdwijnen.

Atlas Shrugged bestaat, heel klassiek, uit een utopie, voorafgegaan door een dystopie. Er wordt geschetst hoe een ideale samenleving er zou kunnen uitzien, maar om aan te geven waarom die nieuwe wereld nodig is, wordt eerst een oude wereld beschreven waarin alles misloopt. Stichter van deze utopie (Atlantis) is de geniale ingenieur John Galt, die niet langer wil leven in een wereld waarin de grote geesten of atlassen (de ondernemers, uitvinders en industriëlen) voortdurend tegengewerkt worden door de parasieten (enerzijds alles wat links is, zoals de vakbonden; anderzijds de overheid, ‘Washington’ of nog: ‘de politiek’). Het probleem met de parasieten is niet alleen dat zij zelf niets van waarde voortbrengen, maar vooral dat zij het de grote geesten onmogelijk maken om voluit hun werk te doen. In de oude wereld is het parasitisme overheersend geworden; in Atlantis is het weer mogelijk om een rationeel en gelukkig leven te leiden zonder gehinderd te worden bij het nastreven van je eigenbelang. Er is geen overheid meer, geen staat, geen bemoeizucht. Door de spontane handelsbetrekkingen die ontstaan tussen vrije mensen wordt alles op wonderbaarlijke wijze ten goede geleid, als door een onzichtbare hand. De parasieten zijn als bij toverslag verdwenen.

De drie grote delen van Atlas Shrugged, een roman die more geometrico is opgebouwd, dragen titels die aan de formele logica refereren: 1. Non-Contradiction, 2. Either-Or, 3. A is A. Deel twee (‘Either-Or’) verwijst naar het dilemma waar de spoorwegmagnate Dagny Taggart voor staat: kiest zij voor de oude of voor de nieuwe wereld? Probeert ze tijdens de catastrofe te redden wat er te redden valt of volgt ze John Galt naar een schitterende toekomst? Taggart aarzelt nog, maar binnen de structuur van de roman gaat het toch om een pseudokeuze, want haar beslissing stond in de sterren geschreven: de keuze voor Atlantis is een logische noodzaak. Wie rationeel doordenkt, kan niet anders dan John Galt volgen. Het ‘Either-Or’ vormt dus geen echt dilemma; in de roman overheerst het principe van de niet-contradictie of de identiteit. Iets is wat het is, A = A, onverkort. Dit is de basiswet van de logica, ooit geformuleerd door Aristoteles: als A niet gelijk zou zijn aan zichzelf, dan zou elke bewijsvoering zinledig zijn. Als je niet meer kunt vertrouwen op de termen van je redenering, dan stuikt het hele logische systeem in elkaar.

Nu is het beginsel van identiteit misschien een noodzaak voor de logica, in de dagelijkse menselijke werkelijkheid gaat het er heel anders aan toe. Die werkelijkheid is namelijk geen strak logisch geheel, maar bestaat uit de voortdurend wisselende, steeds onvoorspelbare relaties die mensen met elkaar onderhouden. Die mensen handelen bovendien niet altijd uit rationele motieven. Hannah Arendt, bijna een exacte tijdgenote van Rand en net als zij een Joodse emigrante uit het oude Europa die een grote liefde opvatte voor haar nieuwe vaderland (zij het om andere redenen), heeft dat scherp ingezien toen zij de menselijke conditie definieerde als ‘pluraliteit’. Het basisgegeven van de menselijke conditie is dat wij met velen dezelfde ruimte delen. De Mensheid is een ontoelaatbare abstractie; mens-zijn is mensen-zijn. Het enige wat echt bestaat, is veelheid: verschil en andersheid. Politiek gaat over de vraag hoe we met die pluraliteit omgaan, zij is de zorg om de wereld begrepen als zorg voor alles wat ons bindt en scheidt.
De menselijke pluraliteit is in de optiek van Arendt echter niet, zoals Rand meent, een opstelsom van individuen met elk een eigen, onveranderlijke identiteit. Aan de externe pluraliteit beantwoordt namelijk ook een interne gespletenheid. Niemand is ooit onverkort en geheel zichzelf. De mens is het dier dat niet gedefinieerd kan worden omdat het per definitie niet samenvalt met zichzelf: hij is niet wat hij is, hij twijfelt, kent tegenstrijdige gevoelens en wordt sterk beïnvloed door de situaties waarin hij zich bevindt en door de mensen met wie hij omgaat. Een van de belangrijkste redenen voor het niet-samenvallen-met-zichzelf is de aanwezigheid van anderen in de wereld: die wijzen ons erop dat we nooit volledig soeverein zullen zijn. En dat we zullen moeten leven met het vreemde, niet alleen buiten ons maar ook in onszelf.

Hoe dit alles precies met elkaar samenhangt, is onderwerp van velerlei bespiegelingen, maar de literatuur, en dan vooral de roman, excelleert in de beschrijving van de wereld als bestaande uit mensen die in conflict zijn met zichzelf en met de wereld. Deze menselijke pluraliteit, stof van romanliteratuur, blijkt in het oeuvre van Rand echter afwezig te zijn. Hier vind je geen complexe, tragische personages die door tegenstrijdige gevoelens gekweld worden en vechtend ten onder gaan. Ieder personage is van meet af aan wat hij of zij is. John Galt is altijd John Galt en Dagny Taggart is altijd Dagny Taggart en als atlassen zijn ze voorbestemd om aan het eind van het verhaal te triomferen. Er zijn natuurlijk wel conflicten in Atlas Shrugged, maar die spelen zich niet af binnen één personage maar altijd tussen twee totaal van elkaar verschillende en duidelijk gedefinieerde groepen: groep A staat tegenover groep B, de atlassen versus de parasieten, ad aeternam. Goed en kwaad zijn duidelijk over de bevolking verdeeld – de vijand is dus altijd extern en gemakkelijk te identificeren – en aan het eind zal het goede zegevieren.

Het mensbeeld in de grote romans van Rand is opgebouwd uit een reeks gelijkschakelingen: a = a = a = a = a. Het individu is absoluut soeverein. Rationeel. Doelgericht. Eendimensionaal. Transparant voor zichzelf. Kent geen existentiële twijfel. Is productief. Succesvol. Rijk. Gelukkig. De opstelsom van het individuele geluk is het algemene geluk.
Op elk van deze gelijkschakelingen valt natuurlijk veel af te dingen. Nemen we bijvoorbeeld de kwestie van het soevereine individu, de idee dat individuen zelf bepalen hoe ze hun leven organiseren en dat ze niemand anders nodig hebben om hun doelen te bereiken. Deze gedachte is zeer romantisch: het eenzame genie dat alle kracht uit zichzelf haalt doordat het in directe verbinding staat met de natuur en door anderen alleen tegengewerkt wordt. Dat wij in staat zijn om autonome keuzes te maken en dat we daarvoor ook verantwoordelijk zijn, zullen weinigen betwisten. Rands opvatting van soevereiniteit is echter van een absoluutheid die maakt dat zij filosofisch ongeloofwaardig is (maar als fictioneel gegeven misschien heel goed werkt). Rand doet het in Atlas Shrugged voorkomen alsof wij nooit, in geen enkele omstandigheid, iemand iets schuldig zijn. Alle grote ondernemingen in de roman zijn het werk van één man of vrouw, die in een sociaal vacuüm opereert. In Rands universum is er strikt genomen geen sprake van een samenleving. Dat zegt ze letterlijk zo in haar essay ‘The Objectivist Ethics’ (opgenomen in The Virtue of Selfishness): ‘there is no such entity as “society”, since society is only a number of individual men’. Rand zou de bron kunnen zijn van Margaret Thatchers beruchte libertaire uitspraak ‘There is no such thing as a society’, maar Rand is nog veel radicaler dan haar Britse geestesgenote, omdat Thatcher tenminste naast het bestaan van individuen ook het bestaan van families erkende. Thatcher had het in hetzelfde interview ook over ‘the living tapestry of men and women’, een conservatieve metafoor die aan Burke herinnert; voor Rand is er geen sociaal weefsel, er zijn alleen individuen die hun geluk zoeken en daarom met elkaar commerciële transacties aangaan. Het huwelijk is geen sacrament van liefde maar een handelscontract. Seks is een overeenkomst tussen twee mensen die tijdelijk dezelfde behoefte hebben, al is het veel beter die behoefte niet te hebben, want ze maakt iemand afhankelijk van een ander. Niemand doet iets gratis, uit vriendschap, liefde of gewoon uit medelijden. De bakker bakt het brood niet om zijn klanten te plezieren maar omdat hij er zelf beter van wordt.

Ook het familiale leven ontbreekt in Atlas Shrugged, behalve om te laten zien hoe erg families wel niet zijn: ze beknotten het individu en vormen de beste voedingsbodem voor het parasitisme. Met deze eenzijdig negatieve inschatting van de familie negeert Rand echter een fundamenteel gegeven van de menselijke conditie, namelijk dat we allemaal geboren worden als kinderen van een ouderpaar. En dat wij mensen gekenmerkt worden door ‘neotenie’: het duurt heel lang voor we zelfstandig kunnen leven. We leven dus lang samen met onze opvoeders en hebben veel aan hen te danken (overigens ten goede en ten kwade). Rand verwerpt het idee dat wij erfgenamen zijn – daarom heeft ze van de meeste van haar atlassen wezen gemaakt. Zo zijn de ouders van Dagny Taggart al vroeg omgekomen bij een verkeersongeluk. Dat is handig, want op die manier heeft zij niets meer aan hen te danken en geniet ze een volledige vrijheid van handelen.

Rand negeert niet alleen het feit dat wij tot op gevorderde leeftijd kinderen blijven, ze wil ook niet zien dat velen onder ons zelf kinderen hebben die we opvoeden in de zorg voor de wereld. De selfmade woman Dagny Taggart heeft er inderdaad voor gekozen om zelf geen moeder te worden en op die manier haar zelfstandigheid te bewaren. Atlantis is een paradijs voor kinderloze eenzaten; er wonen blijkbaar wel een paar gezinnen, maar hoe die hun samenleven organiseren in een extreem individualistische omgeving, krijgen we niet te weten. Rand gaat ook voorbij aan de vraag hoe Atlantis kan blijven voortbestaan zonder kinderen. Wordt de reproductie er misschien ook geregeld door financiële transacties? Is het draagmoederschap in Atlantis een beroep?
Het voert ons te ver om alle reducties en absurditeiten in Rands mens- en maatschappijbeeld te kritiseren. Het is echter duidelijk dat zij niet de mens beschrijft zoals zij die aantreft in de wereld: niet de mens zoals die werkelijk is, maar zoals die volgens haar zou moeten zijn. John Galt is een ideologische creatie, een ideaalbeeld, gebaseerd op de ontkenning van alles wat van oudsher tot de menselijke conditie hoort: de verscheidenheid, het vreemde, het conflict, het kwaad, de tragische dimensie van het bestaan, het toeval, de onzekerheid. Atlas Shrugged is kortom de ontkenning van de oude, onvolmaakte, ‘humanistische mens’ en de apologie voor de normatieve Nieuwe Mens, die tevens een Eerste Mens is. We moeten net als John Galt en de andere atlassen tabula rasa maken en op een andere plaats opnieuw beginnen, als onschuldige wezen, niet belast door ons verleden, onze opvoeding, onze cultuur.

Atlas Shrugged maakt abstractie van de veelkantige, steeds veranderlijke werkelijkheid en verheft die abstracte norm tot een nieuwe werkelijkheid: dat is wat propagandaliteratuur kenmerkt. In dat opzicht verschilt Rands kapitalistische propaganda maar weinig van de communistische, die ze nochtans bestrijdt. ‘A = A’ is de ideologische formule bij uitstek. Hier wordt als een vanzelfsprekendheid gepresenteerd wat eigenlijk een normatieve aanspraak op de werkelijkheid is. ‘A = A’ is de formule van wat Milan Kundera in De ondraaglijke lichtheid van het bestaan omschrijft als ‘de categorische instemming met het zijn’. Deze identificatie met de wereld zoals ze is, is gebaseerd op ‘de ontkenning van de stront’, dus van alles wat niet in het mooie plaatje past, van al het negatieve, kwaadwillige, niet-accepteerbare dat nochtans ook deel uitmaakt van de menselijke werkelijkheid. Wat overblijft als je de stront uitsluit, is – in Kundera’s vocabulaire – ‘kitsj’: pure idylle, pure positiviteit. Kundera schreef zelf kritische, ironische en essayistische romans die de kitsj onderuithalen. Hij plaatste zichzelf in een humoristische traditie die teruggaat op auteurs als Cervantes, Rabelais en Laurence Sterne. Ayn Rand behoort tot een geheel andere traditie: die van de ernstige schrijvers, die niet spelen maar werken, die niet willen verleiden maar overtuigen. Al schrijven ze daarvoor lange, sentimentele verhalen.

Gesofisticeerde lezers uit de cervanteske traditie zullen zich ergeren aan Rands flat characters, haar stereotiepe beschrijvingen, psychologische simplismen, gebrek aan humor, vlakke taalgebruik (meer gericht op snelle consumptie dan op traag genieten), de didactische passages, de totaal ongeloofwaardige seksscènes. Alleen blijkt ‘geloofwaardigheid’ een zeer relatief begrip te zijn. Want wat voor de een ongeloofwaardig overkomt, is voor een ander juist uitermate aantrekkelijk. Hoe komt het dat Rand ondanks deze literaire ‘gebreken’ zo’n megasucces heeft gekend? Of stonden die zogenaamde gebreken juist garant voor het succes, omdat ze de herkenbaarheid verhogen? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Het succes van een literair werk kun je niet verklaren aan de hand van de intrinsieke kwaliteiten van dat werk. Hoge verkoopscijfers krijg je wanneer je erin slaagt om de aandacht te wekken voor je product, en dat kan op allerlei manieren. Bij Rand heeft ongetwijfeld meegespeeld dat de negatieve reacties op haar werk zo heftig waren, waardoor er een schandaalsfeer ontstond: Atlas Shrugged werd het boek dat je moest gelezen hebben om te weten hoe slecht het was. Michael Shermer heeft het in dit verband over ‘the unlikeliest cult in history’.

Marketingspecialisten tasten nog altijd in het duister over de redenen waarom een bepaald boek op een bepaald moment een bestseller wordt of ‘viraal gaat’, zoals men tegenwoordig zegt. Maar als we toch iets kunnen zeggen over intrinsieke kwaliteiten, dan komen we weer uit bij de duidelijkheid van de formule ‘A = A’. Deze formule houdt de belofte in dat de dingen zijn zoals ze zijn en dat dat goed is. Rands volstrekt onironische benadering van de werkelijkheid verheft het bestaande tot iets hogers. Ze geeft zin en betekenis aan het gewone en versterkt zo ons gevoel dat we echt leven, dat we op onze manier ook helden zijn, en geen parasieten. Haar boodschap is vitalistisch, voluntaristisch, en dat spreekt velen aan – vooral in Amerika, waar het optimisme blijkbaar tot de standaarduitrusting van de burger behoort. Deze lof op het ongebreidelde, onuitputtelijke leven gaat echter gepaard met een ontkenning van de wereld, van de sfeer van het ‘tussen’ en het ‘samen’, van wat Hannah Arendt ‘het politieke’ noemde.

©Peter Venmans

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *