DEUS EX MACHINA NR. 161: Verboden boeken (documenta 14)

DEM_161_Cover-page-001Toen de redactie van Deus ex Machina in 2016 besloot om een nummer te wijden aan de veertiende editie van documenta – de vijfjaarlijkse hoogmis van de hedendaagse kunst in het Duitse Kassel – was de literaire brug snel gelegd. De installatie die de Argentijnse kunstenares Marta Minujin speciaal voor documenta 14 zou creëren, was dan ook gefundenes Fressen én de perfecte aanleiding. Haar imposante kunstwerk
The Parthenon of Books – dat nu te bewonderen is op de Friedrichsplatz in Kassel en waarvan foto’s doorheen dit nummer zijn opgenomen – bevat honderdduizend boeken die ooit verboden waren. Wij vroegen tien auteurs om een – al dan niet fictief – boek te verbieden en daar geheel vrij een tekst over te schrijven. Deze denkoefening viel voor de auteurs zwaarder dan verwacht. Boeken, teksten of ideeën bannen, is voor schrijvers tegennatuurlijk. Maar het zijn geen lafaards en ze nemen gelukkig geen blad voor de mond.

Als schrijvende boeddhist neemt Tom Hannes Eckhart Tolles’ De kracht van het nu in het vizier en levert een mooie correctie op de softe idee van zenboeddhisme als een ‘fijne ervaringenwinkel’. Jan Kuhlbrodt, die in de DDR opgroeide, bewerkt zijn huiver voor het verbieden van boeken tot een persoonlijke en historische tekst, waarin verzwijgen efficiënter blijkt dan verbieden. David Nolens mijmert over het verboden boek van zijn halfslaap. De Amerikaanse Eileen Myles verwijst alle boeken van ‘de gevierde middelmatige blanke man’ Billy Collins resoluut naar de brandstapel.

Jenifer Papararo droomt even beslist van vergetelheid voor het hele oeuvre van Ayn Rand, dat eigenbelang en zelfzucht propageert en gretig gerecupereerd wordt door neoliberale en arrogante machthebbers. Het pleidooi voor egoïsme dat Max Stirner al in 1845 op de mensheid losliet, Der Einzige und sein Eigentum, zorgt bij Joachim Pohlmann voor een leerrijke tekst over ons laagje beschaving en moraliteit.

Clemens Schittko verbiedt Rolf Dieter Brinkmanns Westwärts 1&2, maar puur symbolisch en als marketingstrategie – hij hoopt dat dit verbod het van de vergetelheid kan redden en hij promoot hierdoor tegelijkertijd impliciet zijn eigen aan Brinkmanns werk verwante poëtica.

Gaea Schoeters doet iets prachtig en ingenieus met de ‘futuristische sovjetdichter’ Majakovski en de verraderlijke huidige kapitalistische kunstenaarsstrop. Kinga Tóth geeft in haar zintuiglijke gedicht ‘PAPIER’ kritiek op het autoritaire en censurerende Hongarije, dat onder Orbán afglijdt richting dictatoriale staat. Orlando Verde schrijft dan weer een parabel over een neutrale ambtenaar die plots boeken mag verbieden en waar dat toe leidt.

Bertolt Brecht konden we niet meer vragen, maar zijn lyrische satire ‘De boekverbranding’ doet de tien uiteenlopende teksten volgens ons perfect uitgeleide.

Naast deze banvloeken kijkt Virginie Platteau naar The Parthenon of Books, dat tijdelijk monumentaal staat te blinken en te bewegen op de Friedrichplatz in Kassel, en geeft het een plaatst binnen het oeuvre van de Argentijnse ‘geëngageerde’ kunstenares Martha Minujin. Jelle Jespers‘ foto’s geven beeld bij deze tekst en bij de rest van dit nummer.

In de rand van dit vijfjaarlijkse kunstspektakel zoekt Koen Van Elsen in theorie en filosofie naar een stand van zaken van de hedendaagse kunst en komt onherroepelijk ook uit bij de eigen kunstenaarspositie en -praktijk.

Kunstenaar Bert Lezy ontwierp speciaal voor dit nummer enkele te verbieden boekcovers. Daarna stak hij ze in brand. Het vurige resultaat vindt u in een apart middenkatern.

Jan Bettens schrijft over een jaar met en zonder kunst.

Buiten het documenta-thema mogen we u trakteren op een heerlijk verhaal van Kurt Vonnegut. ‘Harrison Bergeron’, dat zich afspeelt in 2085, past akelig dicht bij het thema van de verboden boeken en is als hilarisch en vlijmscherp toekomstvisioen behoorlijk actueel.

De sterke inzendingen die we voor u selecteerden zijn van Christiaan Ronda met zijn Sisyphus-verhaal ‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit een goede afloop zal hebben’ en Lotte Brown met ‘Vijf gedichten’.

Tot slot brengen we u enkele postume gedichten van de Spaanstalige dichter César Vallejo.

De redactie