DEUS EX MACHINA NR. 160: Samen schrijven

Cover_DEM_149_Filmpoem_Druk_V2-page-001Het schrijversvak zou je weleens als een van de meest eenzame jobs kunnen beschouwen. Je hoeft er de deur niet voor uit, hoeft niemand te zien en met niemand te praten. Een schrijver zien we traditioneel zelfs als een wereldvreemde enkeling die zich met ganzenveer en kaarslicht op een hooizolder verschanst om dan plots te
verschijnen met een stapel beschreven vellen onder zijn arm. De ivoren toren, nog zo’n beeld. Terwijl publiceren net een machine van mensen in werking zet. Schrijven is een industrie geworden.

In dit nummer onderzoeken we de dynamiek van samenschrijven. We werpen een blik achter de schermen bij Kira Wuck, een zogenaamde ‘enkeling’ die een boek publiceert. Wanneer haar verhalen echter aan de ogen van een redacteur en persklaarmaker worden onderworpen, verandert er nog heel wat. Wat als er vertalingen van een boek worden gemaakt? Hilde Keteleer doet verslag over haar correspondentie met schrijvers die ze vertaalde. Dan zijn er natuurlijk ook de auteurs die bewust één of meerdere partners uitkiezen om een literair product af te maken. Vooral het thrillergenre lijkt daar geschikt voor te zijn. De broers Thomas en Daan Heerma van Voss schetsen in een dialoog een beeld van hun samenwerking voor hun eerste samen-boek Ultimatum.

Max Moragie mijmert over de reis van Remco Campert en Alain Teister naar Ibiza met de bedoeling om samen te schrijven. Laura van der Haar exploreert dan weer de Facebookstatus als medium om samen verhalen te vertellen. We zetten ook zelf schrijfexperimenten op touw. Het dichterskoppel Sylvie Marie en
David Troch treedt in de voetsporen van Ilya Leonard Pfeijffer en Erik Jan Harmens en schrijft duetten. Jasper Vervaecke en Wouter De Broeck zenden elkaar liefdesbrieven. Ze kruipen in de huid van een schrijvend koppel en wekken met hun woorden heel veel andere schrijfkoppels tot leven. En als toetje trakteert de hele redactie u nog op een origineel cadavre exquis.

Maar samen’schrijven’ hoeft uiteraard niet alleen met woorden te zijn, het kan ook met beeld. In 2013 werkten 21 dichters in duo met 21 illustratoren samen aan één kunstwerk. Het was niet zo dat er eerst tekst was en dat daar dan een illustratie bij kwam of omgekeerd. Neen, tekst en beeld ontstonden organisch samen. Het idee kwam van de Rotterdamse dichter Daniël Dee en grafisch vormgever Mister Adam.
Er kwam een boekje van dat in gelimiteerde oplage verscheen. In dit nummer laten we u een selectie van die samenwerkingen zien. We kozen de beelden waaraan Xavier Roelens, Andy Fierens, Bianca Boer, Hans Kloos, F. Starik, Sylvie Marie en Lucas Hirsch meewerkten.

Naast het themagedeelte vindt u in deze DEM ook een essay van Sofie Verraest over microfictie. In ‘Vijf wandelingen door (micro)fictieve bossen’ verkent ze de plaats en het belang van het ‘zeer korte verhaal’ in het huidige literatuurlandschap. Samen met de redactie maakte ze een internationale mini-bloemlezing met werk van onder meer A.L. Snijders, J.M.A. Biesheuvel, Régis Jauffret, Jensen Beach, Franz Kafka en een niet eerder gepubliceerd verhaal van Lydia Davis.

Tot slot trakteert Martijn Benders u op vijf uit het Georgisch vertaalde gedichten van
Nene Giorgadze en leest u kraakverse poëzie van Floor Buschenhenke.

De redactie