Voorstelling Speliersnummer en nieuwe bundel in het poëziecentrum

DEM_155_Cover_Def_67-page-001Naar aanleiding van de 80ste verjaardag van Hedwig Speliers heeft het literaire tijdschrift Deus ex Machina een nummer gewijd aan Speliers’ poëzie en poëzietheorie. Deus ex Machina en uitgeverij P. nodigen u graag uit op de voorstelling van het nummer en de nieuwe bundel van Speliers Als God in Frankrijk. Die heeft plaats op zaterdag 27 februari om 16 u op de zolder van het poëziecentrum in Gent (Vrijdagsmarkt 36). Met o.m. Willem Vermandere (muziek en zang) en de dichters Hedwig Speliers, Inge Braeckman, Steven Graauwmans en Lies Van Gasse (voordracht).

Het programma ziet er als volgt uit:

  • 16u verwelkoming en korte voorstelling Speliersnummer (Jan M. Meier) en bundel ‘Als God in Frankrijk’ (Leo Peeraer, uitg. P)
  • 16u10 Willem Vermandere vertelt over zijn vriendschap met Speliers en zingt
  • 16u30 ‘laudatio’ door Peter Theunynck over Speliers als dichter, essayist, biograaf en criticus. Aansluitend korte voorstelling van Speliers’ nieuwe bundel Als God in Frankrijk
  • 16u45 Leo Peeraer overhandigt eerste ex. aan Speliers, Hedwig Speliers leest voor uit de nieuwe bundel
  • 17u00 dichters Inge Braeckman, Steven Graauwmans en Lies Van Gasse lezen voor uit werk van Hedwig Speliers en henzelf
  • 17u30 afsluiting –Jan M. Meier (indien voldoende tijd: mogelijkheid tot vragen)
  • receptie aangeboden door uitgeverij P.

Toegang gratis. Graag aanmelden via info@deusexmachina.be of de facebookpagina.

Willem Vermandere en Hedwig Speliers in 1973
Met Willem Vermandere (1973)

 

2015 interview 2

 

 

Gedichten van Hedwig Speliers -12 –

foto interview 2Alpestre (1986) is Speliers’ ode aan de liefde en de geliefde. In nagenoeg elke bundel komt dit thema van de liefde als positieve kracht aan bod, maar in deze bundel staat het centraal. De titelloze gedichten zijn vormelijk heel strikt gestructureerd, telkens een opeenvolging van 2-4-2 regels. Je kunt de bundel dan ook lezen als één lang strofisch opgebouwd gedicht.

 

Alpestre, edel gif – uit kruiden
kruipt de almacht van de man.

Nog drupt de zon protuberansen,
de dingen staande in zijn helder licht
polijsten de gedachten aan de dag. Ligt
zij niet met de verblijven van haar

gelaagde lichaam onder aan hem vast.
De tederste, de vreemdsoortigste last.
———–

Bundels van licht, zo ben ik omgebogen
door jouw zwaartekracht: dan als nacht

in dag en dag in nacht weer samenvloeit,
je rubensiaanse lichaam mijn lichaam schroeit
en de uren eindeloos scharnieren. In hart
en nieren nader ik tot ik in je ben, je ken

van binnenuit – jij, lichamelijke sonde
waarin ik zweef en sterf één stonde.
———–

Vroeg of laat stoten wij op een dood punt
als we praten – zo zwijgen wij onze woorden

naar elkander toe, onder wolken van zwijgen
liggen uitgehijgd onze lichamen dit zwijgen
te beamen. Een vroege vogel, een vallend blad,
het stromend water van de dood. Ook dàt.

Wij weten het vóór wij alles wisten. Land,
vóór elk van ons het land betreden had.