Tjen Pauwels (1942-2015)

Oud redactielid Tjen Pauwels is op 22 oktober 2015 overleden, zo laat ons de familie weten.  Tjen was jarenlang de drijvende kracht achter ons tijdschrift.  Ook toen hij zich terugtrok bleef hij het blad een warm hart toedragen. Huidig redactielid Sylvie Marie heeft Tjen enkele keren ontmoet. Hij trok op met vele Wase dichters zoals Norbert De Beule, Frank Pollet en Piet Brak. De redactie van Deus Ex Machina leeft mee met het verlies van deze dierbare vader en echtgenoot.  We citeren hierbij een gedicht van Tjen:

Thans verdichten wij ‘t verleden
op een avond van waar en wanneer.
Het jachtseizoen voorbij. De Lamp
spint licht zoals de poezen.
Zonen en dochters, ons groeit geen
zekerheid tenzij wat ons de velden leerden.
Na al die jaren: een wenkend vergezicht.

Tjen

Orlando Verde: ‘Landverhuizers’

Eind 2014 stelde Deus Ex Machina een nummer samen rond  schrijven in een andere taal.  We nodigden Abbie Boutkabout, Birsen Taspinar en Orlando Verde uit om het pas geopende Red Star Line Museum te bezoeken en hierover vanuit hun migratieachtergrond en/of meertaligheid een tekst te schrijven.  Dit is de tekst van Orlando Verde.

 

Landverhuizers

 

Tijdens het openingsweekend van het Red Star Line Museum luisterde ik toevallig naar de radio. Het nieuws gaf een kort verslag met feedback van de eerste bezoekers. Ik heb een heldere herinnering aan de stem van een vrouw die het woord nam: na haar bezoek zei ze begripvol dat als je kinderen honger lijden, je ervoor moet zorgen dat er brood op de plank komt. Simpel. Menselijk. Vanzelfsprekend. Migratie beschouwd als iets natuurlijks. Dat heeft me hoop gegeven. Als migrant word ik vaak geconfronteerd met een pijnlijk gebrek aan empathie. Migranten die gezien worden als opportunisten. Migrantenzonen die gezien worden als buitenlanders. Een algemene vraag naar nog strengere migratiecontroles. Discriminatie van wie ‘anders’ is. In tijden waarin het begrip ‘nationaliteit’ tekortschiet om burgers in beweging, wereldburgers en bewoners van een geglobaliseerde wereld te vatten, wint zelfs een oproep om de meervoudige nationaliteit af te schaffen aan populariteit. Er heerst een bijna waanzinnig idee dat we ons kunnen isoleren van de wereld en haar conflicten, terwijl we keer op keer het tegendeel bewezen zien, met de val van vlucht MH17 op Oekraïense bodem als tragisch dieptepunt. Niet alleen gebrek aan empathie tegenover migratie, dus, maar zelfs een akelige vorm van wereldvreemdheid.

Maar dan hoor je de stem van een gewone vrouw op de radio en voel je hoop. Misschien is de herinnering aan de eigen migratie nodig om die empathie te stimuleren bij de doorsnee Vlaming, Belg, Europeaan. Het gebrek aan empathie is een gevolg, denk ik, van de veronderstelling dat de anderen anders zijn, en het is precies in de zoektocht naar raakvlakken dat we elkaar kunnen beginnen erkennen als mensen. De liefde van een moeder. Het verdriet van een weduwe, hopeloosheid, verontwaardiging, woede tegenover het onrechtvaardige, nood om te vluchten. Menselijke emoties die we allemaal kunnen voelen. Menselijke situaties die we vergeten zijn vanwege onze welvaart en zelfstandigheid. Het contact met zulke drama’s zou ons kunnen helpen om de andere in onszelf te herkennen en de andere te erkennen als gelijke.

Daarom was mijn eerste bezoek aan het museum zo emotioneel geladen. Dit was ‘mijn’ museum, voelde ik. Dit huis was het begin van een oplossing. Zulke hoge verwachtingen konden onmogelijk worden ingelost, toegegeven.

Het gespuis

‘Wanneer men de geschiedenis niet kent, kan men het heden niet begrijpen’, wordt door iemand gezegd in Tu ne verras pas Verapaz, een film van Didier Volckaert en An van Dienderen, over een vergeten Belgische koloniale onderneming in Centraal-Amerika. Vrij vertaald: hoe kan België de hedendaagse migratieprocessen begrijpen als België haar eigen migratieverleden niet kent, soms zelfs ontkent en vaak ook miskent? Ook de rondreizende tentoonstelling Vlamigrant verzamelt veel informatie over de Vlaamse migratie door de jaren heen. Onder meer over de stigma’s die omtrent Vlamingen in het buitenland zijn ontstaan. Over hoe de arme Vlamingen elders in de wereld ook moesten vechten tegen dezelfde vooroordelen die de Vlamingen van vandaag tegenover ‘andere culturen’ koesteren.

Het museum, de film en de tentoonstelling gaven me het gevoel dat het migratiedebat in een goede richting kantelde. De focus op de eigen migratie kan ongetwijfeld helpen om het fenomeen ‘migratie’ in een bredere context te plaatsen.

Maar in de film spreekt er ook iemand over de houding van Belgen tegenover de landgenoten die zich genoodzaakt zagen om te migreren. ‘Men wou de straatlopers, het gespuis kwijt’. België was die ‘gelukzoekers’ liever kwijt dan rijk. Dat intrigeerde mij. Ik kende weinig van de geschiedenis van de Europese migratie naar Amerika. Het is daarom dat ik zo verbaasd was toen ik zag dat amper 10% van de reizigers van de Red Star Line Belgen waren. Waardoor ook maar een deel van het museum daarover kon gaan. Mijn teleurstelling was groot toen ik onder de vele citaten op de muren van het museum las dat ‘de aanwezigheid van de landverhuizers voelbaar [is] in heel de stad. Ze vallen op door hun exotische verschijning. De Antwerpenaren bekijken hen met een mengeling van nieuwsgierigheid en medelijden’. En dat ‘de landverhuizers voor heel wat debat [zorgen] bij Antwerpenaren die in de buurt van logementhuizen wonen. Ze klagen over het nachtlawaai, de stank en de vuiligheid.’ De landverhuizers, de migranten waren toen, net zoals vandaag, de anderen. De empathie kan niet bevorderd worden door de confrontatie met de eigen migratie als men nooit het gevoel had dat ‘zijn volk’ zelf ooit migreerde.

Er was toen, net zoals vandaag, een afkeer tegenover de landverhuizers. Maar de gelijkenissen met de huidige migratiegolven stoppen daar niet. De verhalen van de huidige migranten zijn even schrijnend als de pogroms die de migranten van toen deden vluchten.

Zouden de vluchtelingen van toen vandaag illegaal worden verklaard? Zou Red Star Line, de rederij, vandaag door ons asielbeleid bestempeld worden als een organisatie van mensensmokkelaars? Zou ze met de vinger gewezen worden vanwege haar reclamecampagnes, haar Oost-Europese netwerk van agentschappen en haar advertenties in het Hebreeuws? De reisomstandigheden van de migranten waren in het begin alvast niet veel gunstiger dan die van de tientallen die vandaag opgestapeld worden in de een of andere vrachtwagen.

Wat is het verschil tussen de toenmalige boottocht over de Atlantische Oceaan en de huidige overtocht naar Lampedusa? Waarom worden de schepen van vandaag zo gemakkelijk gedemoniseerd? Doen ze niet hetzelfde: mensen helpen in hun zoektocht naar een betere toekomst, mensen helpen ontsnappen aan de dood?

In oktober 2013 kregen honderden dode vluchtelingen een staatsbegrafenis in Italië. Ondertussen zouden de overlevers pas beginnen aan hun schrijnende reis. De dode migranten werden geëerd terwijl voor de overlevers deportaties, boetes en een eeuwig verblijf in asielcentra wachtten. Voor de migranten van gisteren stichten we een museum, terwijl onze houding tegenover de migranten van nu amper verschilt van de houding tegenover de landverhuizers toen.

In plaats van de concrete aanvaarding van een wereld in beweging, krijgen we weinig meer dan een symbolische erkenning van de migratie.

Things have changed

Migratie is eigen aan de mens. Uit nood, schrik, avontuur, zaken, liefde… Migratie als verrijking, als uitdaging, als realiteit… Migratie is vooral amper veranderd: angst voor de goedkope arbeidskracht die jouw jobzekerheid in gevaar brengt; onbegrip voor de anderstalige; uitbuiting van landverhuizers, voor wie het eten en het verblijf duurder waren dan voor de anderen; de niet uitzonderlijke maar jammer genoeg onvoldoende liefdadigheidsinitiatieven die meer dan één leven gered hebben.

Net zoals toen zijn avonturiers vandaag een uitzondering. Men wil vandaag, net zoals toen, niet weg. Men migreert – lees: verlaat alles wat bekend, vertrouwd en geliefd is – enkel als er geen andere keuze is. Net zoals vandaag werden mensen die gevaar en honger ontvluchtten, geconfronteerd met de welvaart van Antwerpen. Antwerpen was toen, net zoals vandaag, indrukwekkend en mooi, zeker voor wie uit armere contreien komt.

Maar er zijn ook verschillen. De familiereünies waren toen begrijpelijk, maar vandaag willen we die beperken. Dat een bezoek aan het vaderland resulteerde in een nieuwe trouwpartij was toen niet meer dan normaal, maar vandaag willen we zoiets verbieden en hanteren we pejoratieve termen zoals ‘proefbruiden’ voor zulke fenomenen. Op het einde van de reis is er vandaag ook geen gejuich, zijn er geen tranen van geluk bij het machtige zicht op Lady Liberty. Vandaag wachten de grenspolitie, de asielcentra en de altijd imminente deportatie. Vandaag eist een overgrote meerderheid van de bevolking strengere migratiemaatregelen van het bestuur, om een eiland van welvaart te sparen van een wereld in crisis waaraan we allemaal bijgedragen hebben.

Things have changed, en daarom wordt jouw naam niet veranderd op Ellis Island. Vandaag moet Mojsze niet door het leven gaan als Morris of Zleta als Charlotte; de assimilatie gaat vandaag niet zo ver. Maar dan zie je hoe mensen geen job kunnen vinden of geen appartement kunnen huren wegens hun ‘exotisch klinkende’ naam en vraag je je af of mensen toch niet gedwongen worden om hun namen, het ultieme symbool van hun identiteit, te veranderen.

Het Red Star Line Museum gaat niet over het verleden. Het gaat over de pijnlijke realiteit van onze wereld, vandaag.

Misschien is het doel van het museum niet de confrontatie met de eigen migratie, om empathie te stimuleren. Misschien wil het museum ons eerder een spiegel voorhouden, om ons te helpen zien dat we de geschiedenis blijven herhalen. Om ons te confronteren met wat we deden toen we onwetend waren, toen de Verenigde Staten hun migratiebeleid strenger maakten, net voor de Holocaust. Misschien moeten we niet herinnerd worden aan een tijd toen we zelf migranten waren, maar aan een tijd toen onze gastvrijheid tekortschoot. Om ons te herkennen, niet in de andere, maar in onszelf.

Misschien zal die confrontatie ons eindelijk helpen om de dingen voor één keer anders te doen. Om eindelijk te leren van onze fouten.

Red Star Line is vooral een museum van verhalen. De fluisterende stemmen van de bezoekers en de opgenomen getuigenissen mengen zich door elkaar in de gangen. Zoals in de buitenwereld is er niet echt een verschil tussen onze stemmen. Laat ons dat begrijpen als een representatie van wat mogelijk is: een wereld van gelijkwaardige stemmen die komen en gaan.

 

©Orlando Verde