Yasmine Allas

0000026940.jpgHet was tijdens mijn eerste tramrit door het Amsterdamse centrum dat ik mijn nieuwe taal voor het eerst tegenkwam. De robuust zwarte, op het ijskoude raam geplakte letters die over zes woorden verdeeld waren en samen één zin vormden, trokken ogenblikkelijk mijn aandacht. De letters lachten hun tanden bloot naar me, ze herbergden een betekenis die ik niet kende, maar door de manier waarop ze met mij sjansten wilde ik ze maar al te graag leren kennen. En alhoewel je als vrouw in het liefdesspel niet meteen al je kaarten op tafel moet leggen, kon ik me maar nauwelijks inhouden om niet tot een spontane knuffelsessie over te gaan, zo prachtig zagen de korte woordjes uit het zinnetje eruit, waarbij mijn oog vooral was gevallen op dat ene losstaande lettertje dat in de Nederlandse taal blijkbaar een volledig woord moest zijn met een complete betekenis. U. U had in de zin een bescheiden tweede plaats ingenomen. U zag er prachtig symmetrisch uit, alsof het een los stemvorkje zonder pootje was. Hij moest wel voorzien zijn van
een harmonieuze klank die indien goed en luid uitgesproken tot aan de hemel zou kunnen reiken. Opeens had ik het. U betekende natuurlijk God. God was tenslotte één en de Nederlanders waren zo slim geweest om het ene met één letter te duiden, die er ook nog bijna volmaakt uitzag. Ik had me nog kunnen voorstellen dat ze er een O van gemaakt hadden, de O die de cirkel van leven en
dood zou weergeven, maar ach een kniesoor die daar op let en ach wat wist ik van de God van de Nederlanders? Een nieuwe liefde moet je je niet volmaakt wensen, dan zit je op het verkeerde pad. Achteraf gezien kun je wel stellen dat het hier ging om liefde op het eerst gezicht tussen de Nederlandse taal en mij. Mijn hart stond in vuur en vlam toen ik mijn hand naar het vochtige raam van de tram uitstak om de letters te strelen, één voor één. U kreeg een extra streling, ik was zo blij met hem, ik wilde dat hij heen en weer zou bewegen, dat hij zou buigen, dat hij zich lui uit zou rekken, dat hij zich zou laten zien als een echte God, mijn nieuwe God. U bent de mijne, mompelde ik in mijn eigen taal tegen U. U gaat mij helpen om alle andere woorden te leren die U heeft gegeven aan deze taal. Met Uw hulp zal me dat lukken. Op dat moment stopte de tram bij een halte en stroomden grote groepen mensen naar binnen die met hun boodschappentassen, kinderwagens en paraplu’s bezit namen van de ruimte waarin ik eerst nog betrekkelijk onbespied mijn gang had kunnen gaan met mijn nieuwe liefde.”

©Yasmine Allas, fragment uit U en ik verschenen in Deus Ex Machina 150 Schrijven in een ander taal.